dinsdag 27 augustus 2013

Gekrabbel in de marge

Binnenkort verschijnt van mij een artikel met een illustratie, een foto van de eerste pagina van een Bijbel. Niets bijzonders, zou je zeggen, maar daarin heeft iemand in de kantlijn geschreven. En dat is een heel bijzondere aantekening, waarschijnlijk uit de zestiende eeuw.


Bovenaan zie je het eerste woord van Genesis ("In het begin"). Dan als eerste op de volgende regel staat het werkwoord van de zin ("Hij schiep"). Elk van de letters van het werkwoord heeft een kleine aantekening erbij. De B heeft de aantekening "ben", dat betekent "zoon". De R heeft de aantekening "roeach", wat "geest" betekent. De A heeft de aantekning "av", dat is "vader". Samen heeft dit eerste werkwoord dus de letters van de combinatie "Vader, Zoon, Geest", de christelijke drie-eenheid. Een kabbalistische uitleg van het tweede woord van de Hebreeuwse Bijbel om maar aan te tonen dat de Drie-eenheid al in het eerste vers van Genesis staat. Je kunt op deze manier maar je gelijk willen halen.
Maar goed, de persoon die deze aantekening heeft gemaakt, haalt nu in ieder geval mijn artikel en deze blog. Dus lezers van boeken, opgelet: krabbel zo veel mogelijk aantekeningen in de marges van je boeken en wie weet... wordt jouw aantekening over vierhonderd jaar gefotografeerd en in een publicatie vermeldt. Typisch een opmerking uit de eenentwintigste eeuw, schrijven ze er dan bij.

maandag 19 augustus 2013

De onderzoeker versus de huisvrouw

Zo af en toe staat de huisvrouw in mij op. Dat gebeurt niet vaak, maar als het dan gebeurt, geef ik er maar aan toe. Dan wordt het huishouden tenminste weer eens aangepakt. Doorgaans komen dit soort oprispingen in andere ruimtes van mijn huis, maar afgelopen week kreeg ik de huisvrouwelijke kriebels in mijn studeerkamer. Het resultaat, jawel, ramen waar je weer doorheen kunt kijken (dankzij echtgenoot ook aan de buitenkant) en een bureau dat compleet schoon is (inclusief de twee beeldschermen).


Tot zover alles in orde, maar al zeer snel staat de onderzoeker weer in mij te trappelen om aan de slag te gaan. En waar heeft die huisvrouw alles gelaten wat nog schijnbaar ongesorteerd, maar natuurlijk totaal overzichtelijk voor de onderzoeker in mij, op mijn bureau lag? Juist, dat ligt nu allemaal op de stapeltafel naast mijn bureau! In nog grotere en nu daadwerkelijk ongesorteerde stapels als tevoren. Het zal wel weer even duren voordat de onderzoeker tevreden is met de herverdeling, maar voorlopig staat de onderzoeker niet meer toe dat de huisvrouw in dit gedeelte van het huis haar gang gaat. Dat kan ik jullie wel vertellen.

donderdag 8 augustus 2013

Digitaal bewaren en opvolgen

Op het congres van de Internationale Organisatie voor Targoemstudies (IOTS) ging de eerste lezing over het digitale woordenboek van de website CAL: Comprehensive Aramaic Lexicon. Het is een geweldige website waarin alle soorten Aramese teksten in opgeslagen zijn. Er is een woordenboek, een concordantie, een chronologie van betekenissen per woord. Je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt het ermee of anders wil hij de mogelijkheid wel inbouwen.

De maker en onderhouder vertelde dat hij met pensioen is gegaan. Hij had geen directe opvolger en zijn universiteit was ook niet van plan er eentje aan te stellen. Hij voorzag een situatie dat hij zelf voor het hosten van de website moest gaan betalen. Eigenlijk vroeg hij de zaal of er iemand was, jong en met gevoel voor computers én Aramees, die hem zou willen opvolgen. Dan wel binnen een eigen, betaalde baan!

Wel iets om over na te denken voordat je digitaal gaat publiceren...

woensdag 7 augustus 2013

Hoe slordig kan men wezen?

Goed, gisteren een paar uur verdaan met het manuscript Cod.hebr. 5 in München, waarvan iemand had geschreven dat er een deel van het verhaal over David en Goliat in zou staan en een ander deel niet. Helemaal niets gevonden. Vandaag een paar uur doorgebracht met Cod.hebr. 342, waarover de catalogus zegt dat er het volgende in staat:

Genesis. Hebreeuws met Onkelos, met Latijnse interlineaire vertaling.

Klinkt interessant voor iemand die Latijnse vertalingen van de Targoem bestudeert - al klinkt het ook akelig multi-interpretabel. Want is die Latijnse vertaling nu van het Hebreeuws of van Onkelos?

Eenmaal in de leeszaal voor handschriften en oude drukken van de Bayerische Staatsbibliothek te München kreeg ik vandaag het manuscript onder ogen. Het was een verzameling Hebreeuwse geschriften en fragmenten, variërend van Kabbala tot commentaar op de Hebreeuwse Bijbel. Daartussen dus een fragment van Genesis in het Hebreeuws met Onkelos en iets van een vertaling, beginnend op folio 121. Hoera, gevonden! De catalogus klopt.



Maar klopt de omschrijving echt?
Nadere bestudering wijst uit dat het Genesis 1:1-6:9 betreft, niet heel Genesis. Het is inderdaad in het Hebreeuws, gevocaliseerd, in vierkante letters, mooi helder geschreven.
Er is ook een stukje Targoem Onkelos... Dat betreft de de verzen Genesis 1:1-5. Verder is onze schrijver niet gegaan met het Aramees en in dat kleine stukje heeft hij al vier fouten gemaakt, waarvan drie verbeterd. Dit stukje Onkelos heeft geen vertaling. Jammer, maar strikt genomen heeft de catalogus dat ook niet beloofd - bij een bepaalde interpretatie.
Dan die Latijnse vertaling. Ik ben bij de eerste zin al mijn twijfels te krijgen. Het is moeilijk leesbaar en er zijn - zoals altijd in de middeleeuwen - veel afkortingen, maar als ik zoiets lees als li celi of la terra, dan denk ik: dit is geen Latijn. En een paar verzen later weet ik het wel zeker. Er staat zoiets als: sepero inter l'acqua che era disocto a la contina & intra l'acqua che era disoper a la contina. Het woordenboekje op Internet kon weliswaar niet alle woorden vinden, maar het klinkt toch verdacht Italiaans. Oud-Italiaans waarschijnlijk, maar zeker geen Latijn.

Catalogi: het zijn geweldige dingen, maar vertrouw er niet al te veel op...

dinsdag 6 augustus 2013

Wetenschap is toeval?

In de zestiende eeuw leefde Alfonso de Zamora, een tot het christendom bekeerde jood en docent Hebreeuws aan twee Spaanse universiteiten. Hij heeft voor zijn christelijke collega-geleerden manuscripten gemaakt met daarin de joods-aramese vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. Hij plaatste daarbij een Latijnse vertaling, zodat zijn collega's gemakkelijker toegang kregen tot het Aramees.

In één van deze manuscripten zet hij rijmende titels boven de bijbelboeken. Ze zijn soms ook typisch christelijk, met verwijzingen naar Jezus Christus als Messias. Eén ervan luidt bijvoorbeeld:

Het boek van Jeremia is nu klaar, met zijn klaagliederen.
Lof zij God, die de zonden der mensheid vergeeft.
En nu beginnen we het boek Ezechiël
met de hulp van Jezus onze Messias, zoon van de levende God en Redder.

De lengte van de vertaling laat al zien, dat het geen echte gedichten zijn. Bij het beschrijven van dit manuscript heb ik nooit nagedacht waarom Alfonso deze rijmpjes zou hebben gemaakt en of hij ze van iemand had overgeschreven.




Nu ben ik echter in München voor een congres en bezoek daarom ook de bibliotheek van München met daarin het dertiende-eeuwse manuscript met een commentaar van Rashi op de Hebreeuwse Bijbel. En wat zet hij (vaak) boven de aparte boeken? Juist, rijmpjes. Nou, deze keer mogen het bijna gedichtjes heten. De zinnen zijn regelmatiger van lengte en de rijmwoorden zijn er niet bij de haren bijgesleept. Een klein voorbeeldje:

Hier eindigt het boek Daniël,
Lof zij de God van Israël.

Alfonso was een bekeerde jood. Blijkbaar heeft hij de joodse traditie van rijmpjes aan het begin en aan het eind van een bijbelboek gekend en overgenomen. Maar evengoed heeft hij het een christelijke inhoud gegeven.
Was het congres niet in München geweest, dan zou ik dat nu niet hebben kunnen verwerken in mijn artikel over Alfonso en zijn manuscripten. Wetenschap blijft toch voor een deel toeval!

Waar is mijn manuscript?

Het congres van de Internationale Organisatie voor de studie van het Oude Testament (IOSOT) is in München en daarom ben ik er ook - met veel collega's. Omdat er in München ook manuscripten met Targoemteksten in de bibliotheek liggen, hebben collega Johanna en ik besloten in ieder geval twee te bekijken. De eerste (Cod.hebr. 5), omdat iemand beweerde dat Targoem 1 Sam. 17:42 er wél in stond en Targoem 1 Sam. 17:8 niet - een combinatie die ons op zijn minst verdacht voorkomt. De tweede (Cod.hebr. 341), omdat de catalogus vermeldt dat daarin Targoem Onkelos voorkomt met Latijnse vertaling. Helaas vermeldt de catalogus niet welke Latijnse vertaling: die van de Hebreeuwse tekst (de Vulgaat of een andere) of die van de Targoem? En is dat dan een bestaande Latijnse vertaling (bijv. die van de Polyglotten) of een zelfgemaakte?



Eenmaal in de Bayerische Staatsbibliothek vroegen we toegang tot de leeszaal voor manuscripten en oude drukken. Eerst moesten we ons inschrijven en kregen we een lenerspas. Boven aangekomen bij de leeszaal bleek dat we met een lenerspas niet naar binnen mochten. We moesten ons opnieuw inschrijven voor de leeszaal. Gewapend met twee lenerspassen gingen we de leeszaal binnen. We vroegen beide een manuscript aan, Johanna de eerste en ik de tweede.

Het eerste manuscript kon niet worden uitgeleend, zei de medewerkster. Het stond in de tentoonstelling die speciaal voor IOSOT was ingericht... (Ja, achteraf hebben we de tentoonstelling bekeken en het manuscript gezien, maar ja, je kunt er dan niet in bladeren.) Wel konden we toegang krijgen tot de gedigitaliseerde versie daarvan. Daarmee hebben we het maar gedaan. De digitalisering was erg goed gelukt, al moesten we nog wel even wennen aan het middeleeuwse, Ashkenazische handschrift. Een Mem leek twee Waws achter elkaar, een Alef was net een Yod en een Waw. Al met al leken sommige woorden louter uit streepjes te bestaan.

Het handschrift bevatte het commentaar van Rashi op de Pentateuch, de haftarot en een aantal geschriften. In de afdeling "haftarot uit het boek Samuël" stond absoluut geen 1 Sam. 17. Dus waar kwam die bewering vandaan, dat er wel een gedeelte uit dat hoofdstuk in dit manuscript stond? En wat nu? Het hele manuscript doorgescand op zoek naar iets dat op 1 Sam. 17 leek. Niets gevonden! (Afgezien van interessante dingen zoals plaatjes bij het begin van elke parasha in Genesis, een tekening van de menora in Exodus, een kubistische kaart van het land Kanaän en omgeving en de Latijnse schutbladen voor en achter.) Wat is nu de conclusie van dit onderzoek? Dat 1 Sam. 17 er niet instaat, noch vers 42 noch vers 8. Maar waar had die collega dan die mooie tekst vandaan, waarvan hij beweerde dat het uit dit manuscript kwam? Het raadsel was alleen maar groter geworden, en niet kleiner.

Het tweede manuscript kon wel worden aangevraagd, maar de bureaucratie vereiste dat dit pas de volgende dag kon worden ingekeken - ook al had ik er ruim drie maanden geleden over gecorrespondeerd, inclusief de datum dat ik zou aankomen en het nummer van het manuscript dat ik wilde inzien. Weliswaar begint op woensdag het Targoemgedeelte van het IOSOT-congres, maar op woensdagmiddag zijn we altijd vrij (ook bij congressen!) en dus zal ik morgenmiddag me weer melden bij de Bayerische Staatsbibliothek...